Virussen

Algemeen

Over virale infecties is tot nu toe bij vissen nog weinig bekend. Virussen zijn heel kleine organismen, die zich alleen in levende cellen kunnen vermeerderen. Met een lichtmicroscoop kan men de virussen niet herkennen. Alleen de uiterlijke ziektebeelden kunnen een virale ziekte aanwijzen. Helaas kunnen sommige ziektebeelden snel met andere ziektebeelden, zoals die van Sporozoa's of bacteriën worden verwisseld. Een bestrijding van virale ziekten is tot nu toe nog niet mogelijk. Wel kan men deze ziekten proberen te voorkomen, indien men voor optimale leefomstandigheden voor de vissen zorgt. Hierbij is belangrijk voor een afwisselende voedering, schoon water en juiste waterwaarden voor bepaalde vissoorten te zorgen.

Inleiding

Virusdeeltjes zijn een stuk kleiner dan bacteriën: 20-300 nanometer. Ze bestaan grofweg uit ingepakte stukjes DNA of RNA in een bepaalde configuratie, al dan niet met een eiwitkapsel. Virussen kunnen zichzelf niet voortplanten zonder gebruik te maken van gastheercellen. Het is te vergelijken met de mens die verkouden is: het virus maakt gebruik van het erfelijke materiaal uit de slijmvliescellen om zich te vermenigvuldigen en maakt daarmee de cellen kapot, waardoor een snotterreactie ontstaat. Bij vissen kunnen virussen dan ook flinke schade aanrichten: een algemeen kenmerk van virusinfecties is veelvuldige bloedingen doordat de cellen van o.a. wanden en membranen kapot worden gemaakt. Er zijn geen medicijnen tegen virussen bekend.

 

Hieronder staan diverse virussen beschreven

Lymphocystis / Bloemkoolziekte

Karperpokken / Vispokken

Spring Viraemia of Carp Virus (SVCV)

Koi Herpes Virus (KHV)

(klik op het woord voor meer info)

 

Virusisolatie

Virussen zijn niet met een gewone microscoop te zien, wel met een elektronenmicroscoop, maar ook dan alleen als er zeer veel virussen in het monster aanwezig zijn. Voor de diagnostiek van virussen kijk je allereerst bij de vijver naar de ziekteverschijnselen. Naar aanleiding van de ziekteverschijnselen wordt een verdenking op een virus of bacterie geuit. Voor virusonderzoek is de hobbyist aangewezen op een visziektenlab. Virusinfecties in vissen worden aangetoond door middel van het kweken van het virus op een vissencellijn. Om een virus aan te tonen worden uit grote vissen organen (lever, milt, nier, soms hersenen) verzameld. Van kleine vissen wordt de hele vis minus de staart bemonsterd. Per 10 stuks worden de organen/visjes bij elkaar gevoegd tot een pool. Ook viseieren kunnen getest worden. De pools worden met steriel zand verwreven tot een pasta. Deze wordt per pool in een steriel flesje met op de bodem daarvan een cellijn gebracht en bij de optimumtemperatuur van het te kweken virus gedurende 7-10 dagen geïncubeerd (vissoort/virus afhankelijk). Indien virus in de vis aanwezig is gaat het virus zich in de cellen vermeerderen en vernietigt de cellen meestal binnen 7-10 dagen. Indien de orgaansuspensie virusvrij was worden de cellen niet vernietigd. Deze cellen worden van de bodem losgemaakt en nogmaals 7-10 dagen in een verse fles met de cellijn getest om te kijken of er alsnog celvernietiging en dus een virus aangetoond kan worden.

Virustypering:

Nadat een virus geïsoleerd is dient het virus getypeerd te worden. Dit gebeurt door middel van immunofluorescentie (IFT), immunoperoxidase (IPMA) of door de virusneutralisatie-test (VNT). Daarbij speelt steeds hetzelfde principe: het virus wordt aan specifieke antisera blootgesteld. Bij IFT en IPMA wordt het virus nadat het net een cellijn heeft geïnfecteerd zichtbaar gemaakt door een kleurtje aan dat antiserum te doen (bijvoorbeeld rood, of fluorescerend groen). Bij de VNT wordt het virus door het analoge antiserum gebonden, waardoor het niet meer de cellijn kan vernietigen, terwijl het virus niet met de andere antisera reageert en daarbij wel de cellijn kapot maakt.

Tijdsduur van visdiagnostisch onderzoek bij ID-Lelystad

Virussen:
· isolatie: 15-30 dagen
· typering: 2-14 dagen

Zoals te zien is, duren sommige onderzoeken lang. Zeker als het virus pas in een laat stadium van het testen zichtbaar wordt, door middel van vernietiging van de cellijn, is het antwoord aan de kweker pas laat bekend. Dit is een vervelend iets, maar er is weinig aan te doen. Vissen zijn koudbloedige dieren en veel ziekteverwekkende bacteriën moeten bij 22°C worden geïsoleerd waarbij ze traag groeien. Voor sommige visziekten zijn er internationaal sneltesten in ontwikkeling, zoals Polymerase Chain Reaction testen (PCR). Nadeel van deze testen is dat ze vaak zo gevoelig zijn, dat er vals positieven ontstaan: een vis wordt een bepaalde ziekte toegerekend, die hij niet heeft. Daarom zijn deze testen tot nu toe nog niet internationaal erkend voor keuring van vis bijvoorbeeld. Om zo'n test op te zetten, te valideren en in stand te houden is veel laboratoriumpersoneel nodig en veel vismateriaal uit de praktijk, waarbij de kosten gigantisch oplopen......