Lernea

(Ankerworm)

Phylum: Arthropoda
Classificatie: Maxillipoda
SubClassificatie: Copepoda
Orde: Cycloipoida
Geslacht: Lernea (Ankerworm)
Lengte: tot +/- 2 cm

Inleiding:

Als we een vis zien zwemmen in het water met wormen er aan, dan zullen we in de eerste instantie denken aan bloedzuigers. Maar als we op verdere onderzoek uitgaan, dan ondekken we de verschillen met bloedzuigers en Lernea, ondekken we bij Lernea soort Ankers in tegenstelling tot bloedzuigers. Vandaar dat we Lernea in het Holland Ankerworm noemen.

Ziektebeeld:

De vissen schuren, kunnen uit het water springen, zonderen zich af, eten amper, met gevolg dat ze behoorlijk zwak worden. Daarnaast zijn er ook secundaire infecties waarneembaar. Dit komt omdat de worm zich op de huid van de vis vastzet, en door de huid heen prikt om bloed te kunnen zuigen. Vervolgens als de worm loslaat, zien we de beschadigingen op de huid. Tevens laat de worm ook een giftig stofje (verteringssappen) achter die ervoor zorg dat de vissen vermageren en zwak worden, waardoor de vis extra vatbaar wordt.

De Parasiet:

Ankerwormen (Lernea) hebben een makkelijke levenscyclus. Als een jong exemplaar uit het ei komt, noemen we deze Nauplius. De vrijzwemmende Nauplius is te herkennen aan zijn ovale vorm. Na verloop van tijd ontwikkelt de Nauplius zich in Metanauplius, en komt hierdoor in zijn tweede levenscyclus. Nadat deze zich verder ontwikkeld gaat de ankerworm opzoek naar een partner voor de paring. Echter zijn het de vrouwelijke exemplaren die na de bevruchting op de vissen parasiteren. De voedingstoffen die ze uit het lichaam halen van de vis, dienen weer vervolgens voor de ontwikkeling van de eitjes in de twee eierzakjes die aan het uiteinde van hun lichaam hangt.

 

Microscopisch onderzoek:

Een microscopisch onderzoek is niet nodig, omdat de Lernea met het menselijke oog zijn waar te nemen.

Oorzaken:

Ankerwormen liften vaak mee met planten en vissen. Daarom is het raadzaam, om eerst de planten goed te ontsmetten. Bij vissen die van grote buiten kweekvijvers afkomstig zijn (met name winden en karpers die in Europa gekweekt worden). Zet die eerst apart voor onderzoek. Daarnaast als er een grote "natuur" vijver in de buurt zit of een sloot, kunnen ze ook met andere gastheren mee liften naar uw vijver toe.

 

Bestrijding:

Hiervoor geldt eigenlijk hetzelfde verhaal als bij Argulus. Alleen volwassen vrouwelijke exemplaren zijn ongevoelig voor de meeste middelen. Daarom moeten we vaak behandelingen herhalen, en richten we ons eigenlijk op het aanpakken van de vrijzwemmende larven. Dat te bedenken dat een vrouwelijk exemplaar al snel 3 a 4 maanden kan overleven, en in die tussen tijd velen eitjes kan leggen. Daarom is het raadzaam om de vijver leeg te halen en de vissen apart te zetten, en deze handmatig te ontdoen van Lernea. Zodat we vervolgens de vijver droog kunnen leggen of grondig kunnen ontsmetten.

Middelen die in aanmerking komen zijn insecticide op basis van organofosforverbindingen. Denk hierbij aan trichloorfon. Goudwinden zijn gevoelig voor deze middelen, waardoor de kans aanwezig is op vergroeiing van het lichaam tijdens zo`n kuur.

- Sabbactisun (dit om infecties zoveel mogelijk tegen te gaan), let op Sabbactisun helpt niet tegen Argulus zelf, maar beperkt de schade die is ontstaan op de huid en zorg dat de vis herstelt.

Een zonnebaars in de vijver uitzetten.